Ondernemend leren

“Toen ik eind vorig schooljaar de vraag kreeg of ik mee wilde doen met Havo van de Toekomst zei ik volmondig Ja!’. Want op de vorige school waar ik werkte heb ik ervaren hoe een hele groep leerlingen op de havo echt plezier had in de andere manier van onderwijs. Ook inspireerde en motiveerde het mij en mijn collega’s: blijkbaar hebben niet alleen leerlingen wat anders nodig!” Michel Boer, docent Economie, Reggesteyn.

“Dit schooljaar ben ik in het leerteam begonnen met Havo van de Toekomst. We richten ons op Ondernemend leren, bij de richtingen Economie, Maatschappij/cultuur en Natuur /techniek. Wat betekent Ondernemend leren voor ons, hoe pakken we het aan, wat moet er dan in de lessen terugkomen, wat vraagt het? Dergelijke vragen hebben we uitgebreid met elkaar en onze coach besproken en uitgewerkt. Ook hebben we de Kennisbank en diverse boeken en bronnen gebruikt. Op dit moment toetsen we de kernwaarden van Ondernemend leren aan de visie op het (havo)onderwijs van onze school. Door deze goed met elkaar uit te lijnen, versterkt het elkaar.”

Aan de slag

De volgende stap is er daadwerkelijk mee aan de slag gaan. “Het is de bedoeling om in september 2021 te starten met Ondernemend leren voor Economie. Concreet betekent dit dat een groep leerlingen in havo vier en hopelijk ook de eerste helft van havo 5, elke week minimaal een dagdeel projectmatig samenwerkt aan een opdracht. Dus in een blok achter elkaar, zonder bel en zonder dat je van ruimte moet wisselen. De leerlingen hebben die uren de tijd om de opdracht te maken, op een manier waarvan zij denken dat het werkt. Hierbij is het ook de bedoeling om het profielwerkstuk erin te verwerken.

Het is echt ander onderwijs, wat een andere manier leren vraagt. Het is veel meer dan alleen luisteren; de leerlingen moeten echt wat doen! Wel is het vrijer, werken ze veel meer samen en leren ze ook van en bij het bedrijfsleven. Dat is natuurlijk een belangrijk onderdeel is van het ondernemend leren! De leerlingen bezoeken bijvoorbeeld bedrijven, instellingen en ondernemers, en elke periode nodigen we professionals uit om een workshop of presentatie te geven. Deze uitwisseling en contacten zijn belangrijk voor de leerlingen en de school, en zeker ook voor de omgeving.

In het programma is de docent aanwezig als coach om het te begeleiden. En dat is gelijk een spannende. Want als docent moet je ze loslaten, zodat de leerlingen het ook echt op hun eigen manier kunnen doen, maar zonder dat ze daarbij ‘verdrinken’. Ook moet je als docent het idee van een vaste les of programma durven loslaten. Je werkt natuurlijk wel met een rode draad, maar de daadwerkelijke les maak je in het moment, op basis van de dingen waar de leerlingen mee komen”.

De andere manier van onderwijs inspireerde en motiveerde ook mij en mijn collega’s!

Het International Business College

In zijn vorige school startte Michel met collega’s met het International Business College (IBC). Hierin werken leerlingen van havo 4 en 5 een dag in de week aan het opzetten van een eigen bedrijf. “Bij IBC krijgen ze op een hele andere manier les dan normaal. Niet alleen de leerlingen werden daar heel blij van; ik kreeg er zelf ook veel energie van. Het motiveerde mij en mijn collega’s ook merkbaar: blijkbaar hebben niet alleen leerlingen wat anders nodig!

De leerlingen kijken echt met trots terug op het programma, dat vond ik zo mooi om te zien. Aan het einde van het jaar presenteerden alle leerlingen hun jaarverslag. Echt officieel; met mensen uit het bedrijfsleven, hun docenten en natuurlijk ouders en familie. Ze hadden echt iets neergezet en kregen daar positieve reacties op: dat maakte ze echt trots. Toen ik het terugzag op hun LinkedIn-pagina realiseerde ik me ook dat het voor hen echt een waardevolle ervaring is geweest. Ze gaven achteraf zelf ook terug dat ze echt veel geleerd hebben, zoals verantwoordelijkheid leren nemen, samenwerken, reflecteren. Allemaal vaardigheden die in de toekomst belangrijk zijn, ook voor een vervolgstap naar het hbo.”

Wat vraagt het?

“De lessen die ik daar geleerd heb neem ik natuurlijk zoveel mogelijk mee, zonder dat het een kopie wordt. De weg die we met Ondernemend leren nemen is vergelijkbaar, en toch ook anders. Belangrijk in de volgende fase is een groep leerlingen verzamelen die mee willen doen, die nieuwsgierig zijn naar een ander manier van onderwijs en het aandurven om onderdeel te zijn van de eerste groep die op die manier gaat werken. Mijn eigen ervaring is dat alles eigenlijk beter loopt als het leerlingen zijn die echt voor zichzelf meedoen en die het leuk vinden om in een groep te werken.

 Als docent heb je hier natuurlijk ook een belangrijke rol. Bij IBC begonnen we de dag ook echt even samen. We haalden eerst thee, praatten met elkaar over van alles en nog wat, en gingen dan aan de slag. Dat ik ook mentor was van die groep leerlingen was essentieel: je leert elkaar goed kennen en vertrouwen.

Dat geldt ook voor de docenten waar mee je samenwerkt, die moeten ook wel op die manier willen én kunnen lesgeven. Want zo’n programma werkt alleen als docenten flexibel zijn en zelf enthousiast zijn en het voorleven. Jan Faasen vertelde dat ook mooi in de online sessie die we met hem hadden over Agora-onderwijs: “Echt ander onderwijs is niet voor elke leerling geschikt, en zeker ook niet voor elke docent”.

Vertrouwen in de aanpak van de school en het scheppen van goede randvoorwaarden zijn essentieel om het programma succesvol te laten zijn. Leerlingen moeten het echt ervaren als ‘iets anders, iets “bijzonders’. Dus echt een dag(deel) zonder onderbreking van andere lessen, een mooie werkruimte dat er anders uitziet dan een regulier leslokaal, beschikking over laptops, etc. En natuurlijk bewust de verbinding maken met collega’s en andere projecten binnen de school! Zeker in deze Corona-tijd is dat een uitdaging. Iedereen is druk, zeker nu. Hoe blijf je wel met elkaar in gesprek en kun je elkaar meenemen in wat je aan het doen bent?”

Wanneer is het gelukt?

“De opzet zoals we die nu uitwerken is voor mij gelukt als er minimaal 20 leerlingen met enthousiasme en plezier het programma gevolgd hebben én dat ze echt het gevoel hebben dat ze wat geleerd hebben. Waar ik ook heel blij mee zou zijn is als we daar met een groep docenten samen voor gezorgd hebben en we het over de breedte opgepakt hebben. Bijvoorbeeld dat de leerling bij het vak Nederlands een presentatie mocht doen over het bedrijf dat ze bezocht hebben. Of dat ze bij Engels in plaats van een mondeling, contact mochten opnemen met een bedrijf in Engeland. Dan is het echt gelukt!”

‘Welk soort onderwijs vind je zelf leuk om te geven?’

  • Stel jezelf regelmatig de vraag: ‘Welk soort onderwijs vind ik zelf echt leuk om te geven? Op welke manier zou ik zelf les willen hebben? Want als je er als docent zelf heel enthousiast over bent, vergroot de kans op succes bij de leerlingen.
  • Durf flexibel te zijn, durf de chaos toe te laten, durf te proberen en durf de controle los te laten. Je zult verbaasd zijn op wat dit allemaal op kan leveren.
  • Bedenk een vorm of opdrachten waar leerlingen trots op kunnen zijn.
  • Vraag het vertrouwen van je collega’s en schoolleiding, én neem het soms ook gewoon. Ga maar aan de slag met je ideeën; organiseer het en probeer de randvoorwaarden voor elkaar te krijgen. Als je het echt wil en er zelf enthousiast over bent, lukt het meestal ook!

Vragen?

Wil je meer weten over Ondernemend leren of heb je vragen over hoe je dat kunt toepassen in jouw eigen werk of school?

Gerelateerde artikelen

Vragen?

Wil je meer weten over Ondernemend leren of heb je vragen over hoe je dat kunt toepassen in jouw eigen werk of school?