Docent als coach
‘“Het vernieuwen van het onderwijs en het beter aan laten sluiten van het onderwijs bij de leerlingen: daar wil ik echt graag aan bijdragen” vertelt Suzanne Wensink, docent biologie en NLT bij TCC De Tij. “Aan onder andere de houding van de leerlingen merk ik dat ze iets anders nodig hebben. Zo hebben veel leerlingen de neiging achterover te leunen in plaats van initiatief te nemen. Of zoeken ze bij een slecht cijfer buiten zichzelf voor oorzaken, in plaats van dat ze naar hun eigen aandeel kijken. Er is over het algemeen weinig reflectie en inzicht in zichzelf en het eigen leerproces. Ook zie ik bij veel leerlingen al een fixed mindset, terwijl een growth mindset je zoveel verder brengt. Daarom heb ik me de afgelopen periode verdiept in hoe je die fixed mindset weer in beweging kunt brengen.”
Docent als coach
“Op dit moment werkt iedereen in mijn leerteam aan een eigen thema. Docent als coach is het thema waar ik me in verdiep. Waar gaat dat over, waar en wanneer is dat nodig, en op welke manier past dat dan? Op onze school willen we onze leerlingen bijvoorbeeld meer keuzeruimte geven. Dit kun je dan niet zomaar meedelen, hier moet je de leerlingen wel bij begeleiden. Maar hoe je dat dan op de juiste manier? Ik ben begonnen met lezen van diverse theorieën en boeken, waaronder het boek ‘Naar een groeigerichte leermentaliteit’ van Sandra van Aalderen. De inzichten en inspiratie kan ik nu goed gebruiken in de fase waarin ik nu zit: het experimenteren met verschillende manieren van coaching, zowel in een groep, als één op één.”
“Het coachen in een groep doe ik onder door in de les met hen in gesprek te gaan over groeigericht leren, zoals het nut van feedback, of hoe werken onze hersenen eigenlijk? Ook gebruik ik mijn eigen ervaringen, zoals mijn eigen schoolloopbaan, om dingen toe te lichten. Het groepsgewijs bezig zijn met groeigericht leren geeft de leerlingen wel inzicht, maar de mindset verandert er niet echt mee. Daar is echt meer voor nodig, bijvoorbeeld dat het naast mijn lessen, ook op meerdere momenten en plekken in school aan bod komt.
Ook richt ik me nu meer op een-op-een coaching van leerlingen waar ik mentor van ben. We hebben regelmatig kort gesprekken, waarin we het onder andere hebben over hoe het gaat, of hoe je opdrachten kunt aanpakken. In deze gesprekken merk ik dat tijd en aandacht voor waar ze mee bezig zijn en waar ze wat vastlopen belangrijk is. Het klopt echt wat in het boek Wijze lessen beschreven wordt: leren leren doe je eigenlijk alleen als je daadwerkelijk aan het leren bent. Daarbij helpt dan wel als ze dat leren zelf ook willen. Als leerlingen veel weerstand hebben, is het niet makkelijk ze gemotiveerd en in beweging te krijgen.”
“Het onderwijs echt beter maken, waardoor leerlingen het graag naar school komen en ervaren dat ze er echt wat aan hebben: daarom doe ik mee!”
Verbinden van vernieuwing
Binnen De Thij wordt er op verschillende manieren gewerkt aan het verbeteren van het onderwijs voor alle niveaus. “Zo bieden we volgend jaar een nieuw onderwijsconcept aan, waarbij leerlingen onder andere meer ruimte krijgen om zelf keuzes te maken. Ook werken we volgend jaar na de verhuizing met een onderbouw- en een bovenbouwlocatie. In de onderbouw ligt de focus op de eigen ontwikkeling, zodat leerlingen zichzelf, hun goede punten en de ontwikkelpunten beter leren kennen. Het leren leren, reflecteren en werken met feedback zijn dan ook belangrijke thema’s. Vervolgens kiezen ze in de bovenbouw meer het eigen pad in de aangeboden leerstof.
Dit soort vernieuwingen heeft natuurlijk een grote impact op onze organisatie. Als collega’s werken we onder andere daarom in professionele leergemeenschappen. Hierin werken we kleine vragen uit, experimenteren ermee, delen uitkomsten met elkaar en verbeteren het vervolgens. Een cyclisch systeem dat ons helpt om steeds beter onderwijs te geven.”
Havo van de Toekomst is eigenlijk een van die professionele leergemeenschappen, maar dan een die ook verbonden is met andere scholen in de regio. De intentie is om het geleerde ook te delen binnen collega’s binnen onze school, dus met de leergemeenschappen. “Dat is een van de redenen dat ik bij meerdere initiatieven betrokken ben”, vervolgt Suzanne. “Hoe meer we alle initiatieven en vernieuwingen met elkaar verbinden, hoe meer het een geheel wordt in plaats van allerlei losse eilandjes.”
“Geef niet op en fouten maken moet!“
Op de vraag of ze nog tips heeft voor collega’s die ook hun onderwijs willen vernieuwen hoeft Suzanne niet na te denken:
Wanneer is het echt gelukt?
“Als leerlingen weer het gevoel hebben dat ze hier wíllen zitten, in plaats van dat ze moeten. Dat ze weten dat ze hier zijn voor zichzelf, voor hun eigen ontwikkeling en dat het ze ook echt verder helpt. Dat betekent ook dat ze de verantwoordelijkheid die daarbij hoort voelen én nemen. Dus wél een vraag stellen als ze het niet weten, een goed idee vertellen aan hun docent, of in gesprek gaan als ze iets al kunnen en hun tijd ergens anders voor willen gebruiken. Ook hoop ik dat docenten meer de ruimte nemen die er echt wel is. Veel mensen denken dat er niet zoveel kan, dat er van alles moet. Maar zeker in de onderbouw is er niet zoveel dat echt moet, daar is meer ruimte voor ander onderwijs dan we denken!”
Meer weten?
Wil je meer weten hierover of of heb je vragen over hoe je dat kunt toepassen in jouw eigen werk of school?
Gerelateerde artikelen
Meer weten?
Wil je meer weten of heb je vragen over hoe je dat kunt toepassen in jouw eigen werk of school?