Onderwijs dat recht doet aan de havoleerling

“Mooi havo-onderwijs maken dat aansluit bij waar havoleerlingen behoefte aan hebben: daar werken we samen aan.” Stieneke Torringa, adjunct vestigings-directeur bovenbouw bij Veluws College Walterbosch, vertelt heel bevlogen waarom dat zo belangrijk is. “Het lijkt soms wel of de havo een beetje de ‘net-niet-versie’ van het vwo is. Maar dat is het natuurlijk helemaal niet! Havo-leerlingen hebben wél iets anders nodig, geen vwo-light versie. Aan ons om dat op zo’n manier te doen, dat we recht doen aan de talenten en kwaliteiten van die leerlingen!”

Onderwijsvernieuwing hoog op de agenda

Bij Walterbosch staat onderwijsvernieuwing al een aantal jaren hoog op de agenda. “Na een goede beoordeling van de inspectie een jaar of 6, 7 geleden, hebben we bijvoorbeeld gekozen om ons te richten op het behalen van de certificering van het concept ‘Versneld en verrijkt vwo’. Leerlingen krijgen in dit programma meer verrijkingsstof aangeboden en daarnaast kunnen zij eerder eindexamen doen en/of meer vakken volgen dan bij de normale route. Daarmee zijn we nu een van de 30 scholen in Nederland die dit aanbieden. Hier zijn we mee gestart in de onderbouw Erasmus, en dit jaar loopt het voor het eerst in vier vwo.” 

Grote en kleine stappen

De volgende grote vernieuwing is die van het programma van de havo bovenbouw. “Waar we het bij het vwo echt een grote stap hebben gedaan, zetten we nu vele kleine stappen in aanloop op die grote stap. Het onderwijsteam, bestaande uit een teamleider, onderwijsontwikkelaar en ongeveer 6 docenten, heeft de focus op het plan voor de bovenbouw en bereidt op dit moment alles voor rondom de grote onderwijsvernieuwing. Belangrijke vragen daarbij zijn: wat heeft de havoleerling nu echt nodig? Hoe kunnen we ons onderwijs nu echt vernieuwen, én zorgen dat de leerlingen goed door het examen komen, in de korte tijd in de bovenbouw van 2 jaar? Kiezen we daar voor een onderwijsconcept, en zo ja welke? 

Daarnaast proberen docenten in het huidige programma steeds kleine onderwijsconceptjes uit, zogenaamde doorloopjes. Door die te evalueren en vervolgens te optimaliseren, maken ze het onderwijs stapsgewijs beter. Ook werken onze collega’s steeds meer met formatief evalueren. Hier worden ze dit voorjaar verder in geschoold. Een andere relatief kleine stap, is dat docenten het aankomende jaar in 4 en 5 havo met coaching gaan werken, zo’n 3 á 4 uur per week. In die uren is ruimte voor bijvoorbeeld LOB, beroep, burgerschapsvorming, coaching op executive vaardigheden en begeleiding bij het leren leren. Het is mooi om te zien dat al die kleine stappen samen veel kracht hebben.”

De bereidheid voor verandering neemt echt toe als je ziet dat het anders kan en dat het niet altijd zo complex is als het lijkt.

Lerende organisatie

Met kleine stappen steeds meer kleine verbeteringen doen: dat is een van de kenmerken van een lerende organisatie. “We zijn echt in transitie en daar leren we ontzettend veel van. Wij leren ook echt mét elkaar; dat staat ook in onze visie. Daarbij evalueren wij ook formatief. Deze vernieuwingen vragen wel echt wat van de organisatie. Daar hebben we echt nog wel wat leervragen. Hoe ga je nou om met die veranderdynamieken, hoe neem je mensen mee? Hoe maak je met de teams nou op de goede manier een verandering door, zorg je dat iedereen aangehaakt blijft en er ook plezier in heeft? Hoe zorg je nou dat eigenaarschap echt geïntegreerd wordt, in een veranderende school waar nog veel onduidelijk is? En hoe doe je dat als schoolleiding: hoe faciliteer je die verschillende bewegingen en zorg je dat de collega’s bereid blijven om (zich) te ontwikkelen? En hoe breng je het nu verder de organisatie in? 

Dit is ook een van de redenen om mee te doen aan Havo van de Toekomst. Inspiratie en ervaringen delen over hoe je nou dergelijke veranderingen inbedt in de organisatie is zo waardevol. Net als het delen van mooie voorbeelden van ander onderwijs zoals bijvoorbeeld Vakhavo, of tips en trucs voor formatief handelen. De bereidheid voor verandering neemt echt toe als je ziet dat het anders kan en dat het niet altijd zo complex is als het lijkt.”

Uitdagingen

“Hoewel we de visie heel helder hebben en ook al veel op de rit hebben, zijn er ook echt nog wel wat uitdagingen. Eén van die uitdagingen is dat we te maken hebben met een flink verschil tussen het aantal leerlingen in de onderbouw en in de bovenbouw. Bij de bouwenbouw stroomt er namelijk een groot aantal leerlingen in van andere scholen. Hoewel we veel afstemmen tussen de scholen, zijn de leerlingen andere manieren van werken gewend. Daar moeten leerlingen toch aan wennen, helemaal in de havo, waar ze relatief maar een korte tijd hier op school zitten voordat de eindexamens beginnen. Natuurlijk laten we ze niet aan hun lot over. Zo is er een extra programma om kennis te maken met onze school en onze manier van werken. Maar het vraagt best veel. Voor veel leerlingen is de overgang van onderbouw naar bovenbouw al best pittig. Daarbij werken ze voor het eerst in het door hen gekozen profiel, zitten sommige leerlingen op een nieuwe school, én komt er straks ook nog een ander onderwijsconcept! De coaches (voorheen mentoren) hebben hier een belangrijke rol.”

Formatief evalueren

“Een andere uitdaging is het formatief handelen. We zijn daar enthousiast over, want je kijkt eigenlijk continue naar de ontwikkeling van de leerling, stelt waar nodig de leerdoelen bij, neemt feedback mee en zorgt dat het beter wordt etc. Maar om dat dan níet met een cijfer af te sluiten, maar met feedback op de leerdoelen, is nog best ingewikkeld. Want hoe maak je de ontwikkeling op het cognitieve stuk en de vaardigheden nou echt inzichtelijk? Dat is een vraagstuk voor docenten, wat nog best veel tijd kost. Evenals voor de leerlingen, want ook zij moeten leren hoe je nou goede feedback geeft, feedback ontvangt én daar dan wat mee doet. Ook blijkt dat veel leerlingen en ouders toch echt houvast voelen bij cijfers. Terwijl een cijfer niet altijd wat zegt over wat je nu wel of niet kunt, en over wat je ontwikkeling is. We hebben geleerd dat de stap naar alleen feedback nog te groot was. Daarom krijgen leerlingen naast de feedback ook een beoordeling op leerdoelen middels O/V/G/U.”

Wat kan er wél?

“Al met al gebeurt er ontzettend veel. Het helpt om daarbij ook te kijken naar wat we al wél anders doen. Bijvoorbeeld dat leerlingen het driehoekgesprek met de ouders en coach leiden, daarin hun verhaal doen en de (hulp)vragen stellen. En ook kijken naar wat er wél kan. Het eindexamen bijvoorbeeld: dat blijft voorlopig echt nog wel. Maar in het schoolexamenwerk is veel mogelijk. Je kunt een groot deel ook formatief toetsen middels een portfolio of vakoverstijgende projecten bijvoorbeeld. 

De ervaringen, voortgang en het geleerde delen met collega’s werkt ook. Dit doen we in de wekelijkse teamoverleggen, in 1-op-1-gesprekken, bij personeelsbijeenkomsten en studiedagen. We hebben een mooi overzicht van wat we al voor elkaar hebben gekregen. Hier samen aandacht aan geven helpt echt om de focus te houden op waar het echt over gaat: het maken van mooi onderwijs dat recht doet aan onze leerlingen én aan onze docenten!”

Meer weten?

Heb je vragen over dit artikel of wil je meer weten over de aanpak of over Havo van de Toekomst?

Gerelateerde artikelen

Meer weten?

Heb je vragen over dit artikel of wil je meer weten over de aanpak of over Havo van de Toekomst?