Brede aanpak voor onderwijsontwikkeling
“De meeste collega’s in onze school zijn snel enthousiast als je praat over onderwijsontwikkeling, want we willen eigenlijk allemaal hetzelfde: inspirerend onderwijs geven dat onze leerlingen echt verder brengt” vertelt Bert Schutten (teamleider onderbouw) van Marianum in Groenlo. “Toch is onderwijs transformeren nog niet zo makkelijk gedaan en doen de meeste mensen toch snel weer wat ze altijd deden. Dat doorbreken en het onderwijs vernieuwen: daar is echt wel wat voor nodig,” vult Javier Castilla Martin (Locatiedirecteur havo/vwo) aan.
Helder en breed gedragen plan
“Het begint natuurlijk met een goed plan. Daar hebben we het afgelopen jaar aan gewerkt” vult Javier aan. “Dat proces vraagt echt tijd. Het gaat de hele school aan, dus is het belangrijk dat het breed gedragen wordt. We zijn regelmatig met elkaar in gesprek gegaan, om plannen af te stemmen en aan te scherpen. Het is daarbij belangrijk dat alles boven tafel mag komen. Dat collega’s de vrijheid en veiligheid voelen om alles te kunnen zeggen, door te kunnen vragen en eigen ideeën in te brengen. Dan wordt het breed gedragen door de collega’s in plaats van een ‘ze hebben weer iets bedacht’.”
“Focus aanbrengen was ook essentieel. We willen het liefste van alles tegelijk doen. Maar door een aantal punten te kiezen en daar met grote betrokkenheid mee aan de slag te gaan, wordt de beweging minder versnipperd en dus veel krachtiger.” Dat de plannen goed in elkaar zitten kregen ze ook terug van de visitatiecommissie van de stichting Carmel. “Dat was natuurlijk goed om te horen! Als je er samen zo intensief bij betrokken bent, is het fijn dat deskundigen er met een frisse blik naar kijken en bevestigen dat de fundering stevig is: de structuur, inrichting, cultuur. Dan kun je daarop verder bouwen, het laten groeien.”
Formatief handelen
Bert: “Net als bij een moestuin, vraagt dat tijd, energie en aandacht. Van ons als schoolleiding, van de teams. En ook op individueel niveau, want het is wel nodig dat elke collega in beweging komt. Of dat gelijk met grote stappen gaat of met kleine stappen maakt niet uit, als men maar in beweging komt. Daar ga ik met iedereen in mijn team persoonlijk over in gesprek. Wat betekent dit voor jou; wat wil jij hierin doen? En ook: wat heb je nodig, van jezelf, van mij, van school, om je hierin te ontwikkelen?” “Dat individuele leerproces is waar formatief handelen over gaat” vult Javier aan. “En dat willen we in de klas natuurlijk ook! Daar ga je ook met z’n allen dezelfde richting op, en mag iedereen daar zoveel mogelijk op het eigen niveau en tempo bijdragen.”
Commitment
“Dat proces is niet vrijblijvend: het vraagt dat iedereen zich daaraan committeert,” vult Bert aan. “En ook dat is hetzelfde als in de klas: je hoopt dat de leerling zich committeert aan datgene waar hij/zij zich in wil ontwikkelen en over wil leren. Daarom is het een terugkerend onderwerp in de (individuele) gesprekken die ik heb met mijn team en bijeenkomsten zoals de teamdag. Het lijkt soms veel tijd te kosten, maar het is zo waardevol om ruimte te hebben om er met elkaar over in gesprek te gaan. Collega’s kwamen na de teamdag naar me toe om te vertellen dat ze het zo waardevol vonden. Daar gaat het voor mij om: dan is er echt wat geraakt in iemand en is er intrinsieke betrokkenheid, in plaats van dat het opgelegd wordt.”
Het is belangrijk dat alles dan boven tafel mag komen!
Kleine stapjes
“Het ‘gevaar’ van een stevig plan is dat het heel groot lijkt en men geen idee heeft waar te beginnen. Terwijl er eigenlijk maar een manier is: stap voor stap.” Bert licht toe: “Als iedereen in mijn team dit jaar een aantal kleine stappen zet is het voor mij gelukt. En dat de ene collega dan grotere stappen kan zetten dan de andere is helemaal prima. Het gaat mij om de beweging die gemaakt wordt; dat het leerproces bij iedereen in gang wordt gezet.
Natuurlijk probeer ik collega’s die geneigd zijn te kleine stappen te maken, wel uit te nodigen om uit hun comfortzone te stappen. Door het laagdrempelig te maken, good practices te delen, mogelijkheden voor te leggen. Of door hen uit te nodigen om bij collega’s in de les te kijken of collega’s die al iets doen wat ze interessant vinden vragen om mee te denken bij hun vraagstuk. Het zou mooi zijn als dat een gewoonte wordt, dat je collega’s helpt met jouw kwaliteiten en dat je hen ook vraagt om jou verder te helpen.”
Beweging groter maken
“Binnen onze school zijn er diverse groepen bezig met vernieuwing. Dat samenbrengen, en uitkomsten verder de school in brengen, is wel iets waar we tegenaan lopen. In het verleden probeerden we elkaar te betrekken bij diverse thema’s, door er bijvoorbeeld tijdens een teammiddag over te vertellen. Maar we merkten allemaal dat dat toch niet goed blijft hangen.
We hebben het nu met elkaar over wat dan wel kan werken. Een werkvorm als Onderwijscafé of Benen op tafel-gesprek werkt al beter, omdat je niet alleen informatie deelt, maar ook echt met elkaar aan de slag gaat. Maar we denken er ook over om te gaan werken met een buddy. Dat is een collega die niet in het leerteam zit, maar die samen met de collega die wél in het leerteam zit, werkt aan een bepaalde pilot of iets uitprobeert in de les. En na dat jaar, doen ze dat beide weer, maar dan met een andere buddy. Dan krijg je echt een ripple-effect!”
Van blokkades naar wat kan er wel?
“Wat vaak voor ‘vertraging’ zorgt bij dit soort omvangrijke veranderprocessen, zijn onbewuste blokkades. Vaak gedachten, overtuigingen en gewoonten die mensen en teams hebben, die ervoor zorgen dat nieuwe dingen doen niet (goed) lukt. Bijvoorbeeld:
- “We hebben hier meer tijd voor nodig, want we zijn heel druk.”
Tegenwoordig is iedereen druk. Maar ben je wel druk met de goede dingen? Stel dat je elk jaar van 6 klassen 15 toetsen moet nakijken: daar ben je best druk mee. Maar wat als je dat anders kunt doen? Kun je toetsen digitaliseren bijvoorbeeld, kun wat uitbesteden of misschien zelfs (veel) minder toetsen? - “Ik wil wel wat anders doen, maar ik krijg geen … van mijn leidinggevende”
Deze is denk ik herkenbaar voor ons allemaal, omdat we dit zo gewend zijn. Maar hierdoor geef je je eigenaarschap vaak weg, en daarmee ook regie. Als je constateert dat je ergens te weinig ruimte voor hebt in je werk, kun je ook zelf kijken hoe je dat zou willen oplossen en wat je daarvoor nodig hebt. Grote kans dat als je dat voorlegt aan je team of leidinggevende, hij/zij blij daar erg blij mee is en je helpt het mogelijk te maken. Dus niet: ‘hier heb jij een probleem’, maar ‘ik loop hiertegen aan en dit heb ik nodig om het anders te doen’. De kaders zijn vaak veel ruimer dan je denkt! - “Ik moet vaak zeggen hoe ze het moeten doen, anders gaat het niet goed”
Als we willen dat collega’s in het team het eigenaarschap nemen, is het essentieel om de ander ruimte en vertrouwen te geven om er zelf invulling aan te geven. Dat betekent niet dat je er niet over in gesprek moet blijven; dat is juist belangrijk in het leerproces. Ook hier zijn vertrouwen en veiligheid belangrijk om, ook om te kijken wat je beide nodig hebt om een volgende stap te maken. Ook dat is wat we willen voor onze leerlingen; dat onze docenten hen ruimte en vertrouwen geven om zelf invulling te geven aan hun leerproces. - “Ik vind het echt een rotprogramma: daar wil ik niet mee werken”
Als iemand iets dergelijks zegt, heb je vaak de neiging te zeggen ‘Doe niet zo moeilijk, daar werken we nu eenmaal mee’. Maar als je doorvraagt bij dergelijke vragen, blijkt soms dat iemand geen idee heeft hoe het programma werkt, of hoe hij/zij alle lessen erin moet zetten, etc. Het helpt dan om te kijken wat er wél kan. Bijvoorbeeld het een keer samen te doen met een collega, de onderwijsassistent vragen om het (deels) te doen.
“We proberen zoveel mogelijk van deze blokkades met elkaar te zien, te bespreken én vervolgens om te buigen naar ‘wat kan er wel?’ En dat dan stap voor stap, met elkaar. Zo zorgen we voor een bestendige en steeds groter wordende beweging!”
Meer weten?
Wil je weten hoe je onderwijsontwikkeling breed kunt aanpakken in jouw eigen school?
Gerelateerde artikelen
Meer weten?
Wil je weten hoe je onderwijsontwikkeling breed kunt aanpakken in jouw eigen school?