Experiment met formatieve opdrachten
“Havo-leerlingen triggeren me eigenlijk al sinds ik hier begonnen ben. Ik merkte al vrij snel dat lesgeven op de manier zoals ik het geleerd heb, niet altijd werkt. Maar als ik de leerlingen op andere manieren stimuleer, merk ik dat het wél lukt.” Stef Kleinluchtenbeld, docent wiskunde op het Stedelijk Lyceum, was dus al gewend om te experimenteren voordat hij met Havo van de Toekomst begon. “Het is mooi dat ik door het programma nog meer ruimte heb om te experimenteren én dat er ondersteuning vanuit het programma is. Ook werkt het goed om er samen met collega’s in het leerteam mee aan de slag te zijn.” ”
Hóe dan?
“Wat ik de afgelopen twee jaar heb gemerkt, is dat we het heel graag anders willen doen, maar dat we nog niet zo goed weten hóe we dat dan moeten doen. Hoe geef je nou echt ander onderwijs? Hoe geef je er echt concreet invulling aan? Voor mij is de uitwisseling daarover heel waardevol. Wat zijn de do’s en don’ts bijvoorbeeld. Hoe kun je elkaar helpen, zodat niet iedereen zelf het wiel hoeft uit te vinden. Dat uitwisselen mag nog wel wat meer gebeuren. Daarom deel ik graag mijn ervaring tot nu toe met mijn eigen experiment!”
Formatieve opdrachten
“Heel kort door de bocht werkten we voorheen van hoofdstukje naar hoofdstukje. Vooral vooruitkijken en niet meer terugkijken. Veel leerlingen richtten zich op een 5,5, vanuit de gedachte ‘voldoende om door te kunnen’. In plaats van ‘Hmm, dat betekent dat ik maar de helft heb begrepen’. Daarom ben ik begonnen met experimenteren met formatieve opdrachten. Zodat het niet alleen om het cijfer van de (summatieve) eindtoets gaat, maar zeker ook om de ontwikkeling daarnaartoe. In mijn feedback op opdrachten geef ik met kleuren aan of ze goed op weg zijn of niet. Dat beoordeel ik op basis van leerdoelen: zie ik die doelen al terug in de gemaakte opdrachten of niet? Zo is het heel zichtbaar wat er goed gaat, en wat nog niet. Met de feedback over wat er anders mag, kan de leerling het nog een keer proberen. Het effect is meestal een beter resultaat, omdat de leerling het dan ook echt begrepen heeft.”
Concrete uitwerking
“Waar de les voorheen vooral uit klassikale uitleg bestond, werken de leerlingen nu veel meer individueel. De eerste minuten geef ik nagekeken opdrachten terug, soms met een toelichting of extra instructie. Dan hebben leerlingen 20 tot 30 minuten tijd om zelf aan de slag te gaan. In die tijd werken ze verder in het boek, kunnen ze uitlegvideo’s kijken en/of vragen stellen. Soms behandel ik in die tijd een opdracht waar veel leerlingen in vast lopen, leg ik iets klassikaal uit of help ik iemand met de planning. De laatste 10 tot 15 minuten hebben ze de keuze om een formatieve opdracht te maken.
Per hoofdstuk heb ik drie formatieve opdrachten gemaakt, met drie versies van elke opdracht. Leerlingen die het gelijk goed doen, kunnen direct verder met de volgende opdracht. Leerlingen die het niet direct halen, hebben dan nog twee kansen. Mocht het dan nog niet lukken, ga ik met de leerling in gesprek over wat hij/zij nodig heeft. Als we daar dan niet uitkomen, ga ik soms ook met ouders in gesprek.”
“Onderwijsontwikkeling valt of staat bij de betrokkenheid en energie die je er samen in stopt. En natuurlijk de manier hoe je zo’n proces aanpakt, wie waarbij betrokken is en wanneer.”
Differentiëren
“Door deze werkwijze wordt natuurlijk duidelijk dat niet iedereen hetzelfde tempo heeft. Sommige leerlingen kijken amper de video’s met instructies, want die begrijpen het boek al. Andere leerlingen kijken de instructies juist een paar keer terug. Dat is natuurlijk het voordeel van het werken met video’s. Natuurlijk zijn er ook nadelen. De belangrijkste is dat er op het moment dat ze de video kijken geen interactie is, dus dat ze op dat moment zelf geen vraag kunnen stellen. Maar in plaats daarvan is er voldoende gelegenheid om vragen te stellen als ze in de les aan de slag zijn met de stof en/of de opdrachten.
Ook heb ik leerlingen die eerder klaar waren met alle opdrachten, de mogelijkheid gegeven om de toets eerder te maken. Een aantal leerlingen heeft dat gedaan. Zo hadden ze in de toch wel drukke proefwerkweek meer rust”
Hoe pakt het experiment uit?
“Eind vorig schooljaar ben ik er mee begonnen, dus het is nog te vroeg om hier een onderbouwde uitspraak over te doen. De leerlingen begrepen zeker beter wat ze aan het doen waren en ik heb ook wel het gevoel dat cijfers wat hoger waren.
Dit jaar is het mijn intentie om dit experiment nog meer uit te werken, omdat ik echt geloof in deze aanpak. Op dit moment doe ik dit experiment bij een havo 3 klas, en het is mijn bedoeling dit straks in al mijn havo-klassen te doen.
Dit jaar ben ik wel benieuwd hoe het uitpakt, want ik heb nu wel een ander soort klas. De leerlingen van vorig jaar waren serieuzer. Als het de eerste keer niet goed ging, gingen ze echt oefenen, want ze wilden het echt snappen. Nu zijn er veel meer leerlingen met een houding van: ‘ik snap je feedback, dus ik kan het vast nu wel’. De interne drive lijkt nu minder. We zullen het eind van dit schooljaar wel zien!”.
Wat vraagt het?
“Het vraagt van mij vooral een nieuwe rol. Het gaat veel meer om coachen, meer ondersteunen bij het leren. Naast vakinhoudelijk kijk ik ook mee naar bijvoorbeeld planning.
Ook vraagt het meer voorbereiding en nakijkwerk voor mij. Daarom doe ik het ook niet gelijk met al mijn klassen. Op dit moment kijk ik zelf alles nog na. Het is de bedoeling dat leerlingen straks zelf gaan nakijken of van elkaar gaan nakijken. Als ze daarna nog niet goed snappen waarom het niet goed is, dan leg ik het nog een keer uit.
Daarnaast helpt het dat ik digitaal vaardig ben. Ik ben niet heel veel tijd kwijt met de administratie, terwijl ik best een ingewikkeld systeem heb gemaakt. Ook ben ik echt gecommitteerd aan dit traject: dat heeft ook echt resultaat! Nu ben ik ook wel iemand die het gewoon doet, helemaal als ik het gevoel heb dat ik die ruimte echt kan pakken. Als ik naar mijn teamleider ga en uitleg hoe ik het voor me zie, krijg ik de ruimte het zo aan te pakken en het te gaan doen. Ik hoef daarbij ook niet bang te zijn dat het mis gaat ofzo. We begrijpen allemaal dat dat kan gebeuren als je gaat experimenteren.”
Van elkaar leren
“Een andere collega van mij is nu ook bezig met formatieve opdrachten. Ook hebben we het binnen de sectie gehad over mijn experiment en of we dit breder kunnen trekken. De bedoeling is nu dit vanaf de brugklas in te voeren, want als je het vanaf het begint zo leert, is het in klas 3 en 4 veel makkelijker.
Binnen ons leerteam hebben we vorig jaar met name door Corona veel individueel gewerkt. De insteek van dit jaar is meer van elkaar leren. Wat is er allemaal al, welke tips en trucs kunnen we makkelijk delen, en hoe kunnen we dingen breder aanpakken? En aan het einde van het jaar willen we ook de rest van de school betrekken. Om anderen docenten te inspireren om ook te experimenteren met hun onderwijs, in dit geval met formatief toetsen.” ”
Wanneer is dit experiment echt gelukt voor jou?
“Het is vooral gelukt als leerlingen de stof beter begrijpen, toepassen en ook onthouden. En het is helemaal ideaal als ik alle opdrachten en video’s gemaakt heb en ik het nakijken tot een kwart kan terugbrengen. Dan wordt het voor mezelf wat meer ontspannen en kan ik me nog meer richten op het coachen!”
Meer weten?
Wil je hier meer over weten of heb je vragen over hoe je dat kunt toepassen in jouw eigen werk of school?
Gerelateerde artikelen
Meer weten?
Wil je hier meer over weten of heb je vragen over hoe je dat kunt toepassen in jouw eigen werk of school?