De rode draad, ruimte nemen en blijven dromen

“In onze school staan we regelmatig stil bij de vraag: wat willen we als school? Doen we nog de juiste dingen, wat is de essentie en bedoeling van wat we doen? Ook van programma’s zoals Havo van de Toekomst. Daarbij weten we vaak niet waar het precies naar toe gaat. Natuurlijk hebben we er wel beelden bij en hebben we het er samen over. Maar hoe dat er dan uit gaat zien, wat het concreet gaat worden: dat kristalliseert zich stap voor stap uit.
Dat is geen makkelijk, maar wel een boeiend proces.” Adriaan Verschuren, docent geschiedenis & 3XO en teambegeleider onderbouw bij Marianum Groenlo, ziet daar vooral veel mogelijkheden. “Omdat het in zo’n proces nog veel kanten op kan, kun je daar veel ruimte pakken.


Én: dat moet je wel zelf doen en durven. Wat natuurlijk makkelijker is gezegd dan gedaan. Toen ik alleen docent was, vond ik dat soms lastig. Want mag dat wel, kan het wel, welke kaders zijn er dan eigenlijk? Nu ik ook de taak van teambegeleider heb, vind ik het makkelijk om die ruimte te pakken. Vanuit het team en hun behoeften werken is daarbij voor mij belangrijk. Dat kan goed, want ik hoef mensen niet te beoordelen omdat ik géén functioneel leidinggevende ben. Daardoor kan ik ondersteunend zijn aan mijn collega’s, én aan de schoolleiding en de bewegingen in onze school.”

Terug naar de basis

“Daarbij is het wel goed om regelmatig even terug te gaan naar de basis: wat is ook alweer mijn taak? En wat is de taak van de school? Dat doen we ook regelmatig met collega’s. Uiteindelijk gaat het altijd over mensen. Ook als het niet soepel loopt, er weerstand lijkt te zijn of men iets zegt (niet) te willen. Het is dan de uitnodiging om daar ‘omheen’ te gaan en echt met de betreffende persoon in gesprek te gaan. Dat is echt mooi van mijn werk. Mijn intentie is om daarbij niet direct antwoorden te geven maar de ander zelf de antwoorden laten vinden. Én de rode draad steeds weer in te brengen, want is belangrijk dat iedereen zicht dat echt eigen maakt. Dat geeft houvast en richting bij de dingen die we doen, en het zorgt ervoor dat we ook de goede dingen blijven doen. Als je de rode draad niet ziet, lijkt het soms alle kanten op te gaan: ‘wéér iets nieuws, een studiedag, workshop etc.’. Terwijl we juist zo al die draadjes bij elkaar proberen te brengen om de rode draad bekrachtigen.” 

Formatief handelen

“Belangrijk onderdeel van die rode draad in onze school, is dat we een formatief handelende organisatie willen worden. Dat is ook een thema waar we vanuit Havo van de Toekomst mee experimenteren. Eén van de dingen die we daarvoor doen, is steeds meer werken vanuit leerdoelen. Zo werken we bij geschiedenis vanuit leerdoelen in plaats van volgens de methode, en met minder cijfers.
Een leerdoel uit leerjaar 1 is bijvoorbeeld “Ik kan de levenswijze van jagers en verzamelaars beschrijven”. De leerlingen maken daarvoor samen een opdracht. Ze gaan samen op zoek naar de informatie, bijvoorbeeld in het boek of in de lijst met bronnen die ik hen geef. Ook bedenken hoe ze kunnen aantonen dat ze de leerdoelen zijn bereikt, zoals een presentatie of een filmpje. Daarbij ga ik regelmatig met ze in gesprek, stel ik aanvullende vragen en geef ik feedback op hun proces en ontwikkeling.
 
Ander voorbeeld is het evenement ‘De slag om Grol’. Hier wordt een historische veldslag in Groenlo nagespeeld. Samen met de leerlingen zijn we daar met een aantal docenten naar toe gegaan. De leerlingen gingen ter plekke in groepjes aan de slag met een opdracht, waarmee ze konden laten zien hoe ze gewerkt hadden aan de leerdoelen.

Ook de kapotte stoomketel van de Stoomhoutzagerij in Groenlo is een mooi project, voor Ontwerpen-Onderzoeken-Ondernemen (3xO). Naast de subsidieaanvraag om het te kunnen repareren, wil men het onderwijs betrekken om na te denken over manieren om inkomsten te genereren. Op locatie legt het huidige bestuur het probleem uit aan de leerlingen. Terug op school gaan ze in groepen aan de slag met het probleem en presenteren vervolgens hun idee aan het bestuur. Met een soort ‘Holland got talent’ wordt het beste idee gekozen. Naast het kunnen behalen van diverse leerdoelen, geven dit soort projecten leerlingen ook een beeld van wat ze leuk vinden om te doen in zo’n project.”

Ontwikkeling inzichtelijk maken

“Het spannende bij formatief handelen is natuurlijk dat we veel minder cijfers geven, en wél moeten aantonen waar de leerling staat, welke stappen voor hem/haar nodig zijn om het doel te behalen en ook dat het leerdoel is bereikt. In praktijk gaan docenten daarvoor zelf een soort systeem verzinnen. Naast dat het heel veel extra werk is, is het nadeel dat iedereen dat op z’n eigen manier doet en het vaak alleen voor leerlingen en docent inzichtelijk is. Terwijl ouders en collega’s ook willen weten hoe de leerlingen ervoor staan, en waar je besluiten op baseert.

Met een groep docenten zijn we daarom op zoek gegaan naar een manier om de ontwikkeling van leerlingen inzichtelijk te maken. Op dit moment zijn we in gesprek met Compasser. Middels een soort online portfolio krijgen leerlingen zicht op de leerdoelen voor de korte en de lange termijn, zelfs over de vakken heen, en feedback op het geleerde. We hebben het inmiddels voor elkaar dat we dit voorjaar een pilot in twee onderbouwklassen kunnen doen!”

Ruimte nemen

“Met een goed ondersteunend systeem, voel je als docent vrij snel meer ruimte om dingen uit te proberen en anders te doen. Als de school die ruimte ook biedt, gaat dat natuurlijk makkelijker. Dat is trouwens ook wel een ding: dat we in het onderwijs denken dat er niet zo veel ruimte ís om dingen anders te doen, omdat het ‘van de inspectie niet mag’. Het Agora-onderwijs bijvoorbeeld, laat zien hoeveel ruimte er nu ook al is voor eigen invulling en dat er eigenlijk maar heel weinig echt moet.

En ja, ook instanties zoals de inspectie moeten wat mij betreft in beweging komen en meer ruimte geven in het beleid. Onlangs is de inspectie bij ons op school geweest om te kijken waar we mee bezig zijn. We hebben ook gesproken over dat als je steeds maar bewijzen wil blijven zien, de afreken- en prestatiecultuur in stand blijft en het onderwijs nooit echt kan veranderen. Dat snapten ze goed. Hopelijk pakken ze dat verder op. 

Wel mag het voor mij allemaal wel wat sneller hoor. Onderwijsvernieuwing is intensief, vraagt veel tijd, etc. Dat is zo. Én toch kan het ook sneller, vooral als de urgentie er is. Kijk maar wat er allemaal lukte tijdens Corona. Ook helpt het als je met een kleine groep begint. Om nog even verder te gaan met het voorbeeld van Agora: zij begonnen met een team collega’s die allemaal hetzelfde wilden. Daarvoor is het nodig dat je samen beelden hebt van wat je dan wil met elkaar. Daar is ie weer: de rode draad!”

Beelden van nieuw onderwijs

Op de vraag of hij beelden heeft over hoe hij het onderwijs, hoeft Adriaan niet lang te denken. “Ik heb ontzettend veel beelden! Zo geloof ik echt dat het onderwijs veel persoonlijker moet zijn. Het is niet meer logisch en vanzelfsprekend dat iedereen op hetzelfde moment door hetzelfde hoepeltje gaat. We zijn verschillende mensen, met verschillende kwaliteiten. Laten we die verschillen koesteren, daar ruimte voor geven in onderwijs én de leerlingen daarbij goed ondersteunen. Dat betekent overigens niet apart onderwijs voor iedereen, maar in verbinding blijven en oog houden voor wat ze echt nodig hebben.

Als ik nog groter denk zie ik ook onderwijs zonder vakken, en meer onderwerp-gericht. Bijvoorbeeld met cursussen, waar een leerling met interesse in het onderwerp zich voor kan inschrijven. Ook lijkt het me goed als de groeperingsvorm veranderd. Waarom per se alleen leerlingen van de eigen leeftijd en niveau? Hoe mooi zou het zijn als ze kunnen werken aan een onderwerp waar ze allemaal interesse in hebben, vanuit eigen kwaliteiten en ontwikkelvragen? Zo doen we dat toch ook in ons werkende leven? Natuurlijk laat je de leerlingen daarbij niet helemaal los je. Je ondersteunt waar nodig, geeft wel wat kaders, laat ze oefenen in verschillende rollen.”

 Laten we die verschillen koesteren, daar ruimte voor geven in onderwijs én de leerlingen daarbij goed ondersteunen.

“Het dromen over de beelden die we hebben en over wat je zou doen als alles kan, werkt goed. Dan doen we regelmatig met collega’s, onder andere als we reflecteren op onze bedoeling en de stip op de horizon waar we naar toe bewegen. Het zorgt onder andere voor de motivatie om in beweging te blijven. Én de moed om de ruimte te nemen om op eigen wijze bij te dragen aan de beweging naar die horizon!”

Meer weten?

Heb je vragen of wil je meer weten over Havo van de Toekomst?

Gerelateerde artikelen

Meer weten?

Heb je vragen of wil je meer weten over Havo van de Toekomst?